Laatste Nieuws

Water en bodem sturend deel 2 – Hoe bouwen we water en bodem sturend? (praktijkvoorbeelden)

dinsdag 7 mei 2024

2. Hoe bouwen water en bodem sturend?
Het thema WBS komt het meest naar voren bij vragen over het wel of niet bouwen in polders en uiterwaarden. Dit is echter een zwart-wit beeld. Het thema kan je vanuit een veel breder kleurenspectrum aanvliegen. Wanneer we kijken naar ‘bouwen op een manier waarop het bodem- en watersysteem niet verslechterd’, zijn we al veel constructiever bezig en kunnen we het gesprek aangaan met elkaar.

Doel van dit deel is laten zien hoe het anders kan dan enkel zwart-wit denken. Hoe kan aan de voorkant een afweging worden gemaakt waar gebouwd kan worden, en welke technische middelen zijn zinvol om in te zetten zodat duurzaam gebouwd kan worden? Hierin introduceren we 2 tools om dit onderzoek en de concrete uitwerking vorm te geven:

  1. Processchema onderzoek water en bodem
  2. Toolbox water en bodem sturend bouwen

1.    Processchema onderzoek water en bodem (waar)

In deel 1 noemden we al de Praktijkgids Water en bodem sturend (College van Rijksadviseurs). De 6 stappen die hierin zijn uitgewerkt, zijn naar mijn mening nog steeds vrij globaal, op regionaal niveau en weinig concreet. Woorden die naar voren komen zijn: scenario’s, inrichtingsvarianten, ontwikkelstrategieën en plannen. Een gemeente of ontwikkelaar die 2 hectare natuur of 20 nieuwbouwwoningen wil ontwikkelen, heeft met dit soort thema’s vaak weinig te maken. Volgens mij zijn met name de eerste 2 stappen relevant: analyseer de ondergrond en kijk naar de toekomst en het grote geheel. In dit deel wordt ingezoomd op een aantal concrete onderwerpen die kunnen worden bekeken als het gaat om onderzoeken in hoeverre water en bodem sturend kunnen zijn binnen een project.

Topografie
De eerste stap lijkt vrij eenvoudig, maar wordt vaak overgeslagen. Kijk eerst op welke locatie de geplande ontwikkeling ligt. Ligt er een Kwelstraat, Kweldijk of Kweldam in de buurt? Dan is er grote kans dat in de toekomst grondwateroverlast optreedt. Daarnaast zijn er veel plaatsnamen die vrij eenvoudig te interpreteren zijn; Veenendaal (veen en dal), Venlo (ven) en Woudenberg (verhoging). Er zijn echter ook termen die geheimzinniger zijn. Termen voor een moerassig gebied zijn bijvoorbeeld moer (Moerdijk) en broek (Broek op Langedijk).

Een andere interessante term is het wiel. Een “wiel” is een term die in Nederland wordt gebruikt voor een plas water die is ontstaan ​​door een dijkdoorbraak of een andere vorm van watererosie. Diverse waterplassen heten zo, maar dit komt ook voor in plaatsnamen zoals Eck en Wiel en Zuidwolde (wol  = wiel).

Figuur 1: Gebied Eischenbroeken Assen en Tynaarlo (Topotijdreis)

Maaiveldverloop
Een andere goede bron is het AHN. Door een kort blik op het AHN kunnen we verschillende risico’s inzichtelijk maken. Ligt het gebied bijvoorbeeld in een laagte, dan bestaat de kans dat daar water blijft staan. Als het gebied naast een verhoging ligt is er weer een ander risico aanwezig: oppervlakkige afstroming. Door een blik op het AHN wordt duidelijk in hoeverre deze risico’s aanwezig zijn.

Figuur 2: Maaiveldverloop dorp nabij Doetinchem

Gebiedsgeschiedenis
Een bron die geweldige informatie biedt is Topotijdreis. Hier kan je historische kaarten raadplegen. Zoom in op het gebied en beschouw de geschiedenis van het gebied. Dit zorgt er als eerste voor dat je een goede feeling met het gebied krijgt. Daarnaast geeft dit ook goed inzicht in onder andere het landgebruik in het verleden en welke mogelijke gevolgen dit heeft voor de huidige situatie. Naast Topotijdreis zijn er ook andere mogelijkheden om historische kaarten te raadplegen, maar Topotijdreis is het meest eenvoudig en toegankelijk.

Figuur 3: Gebied Eischenbroeken tussen Assen en Tynaarlo (Topotijdreis). Blauwe horizontale lijnen visualiseren moerasachtig gebied.

Een ander voorbeeld bevindt zich in het mooie rivierengebied. De kern Boven-Leeuwen ligt in de gemeente West Maas en Waal, ten zuiden van de Waal. In het centrum van de kern ligt een wiel. Tussen 1950 en 2000 is deze waterplas verkleind en omgevormd tot de positie die het nu heeft. Wanneer we ten noorden of zuiden van het huidige wiel iets willen ontwikkelen, is het goed om te beseffen dat daar in het verleden langdurig oppervlaktewater lag.

Figuur 4: Topografische kaart 1950 (links) en 2022 (rechts) – (Topotijdreis, 2023)

Oppervlaktewater
Als het gaat over water en bodem sturend speelt het aanwezig oppervlaktewater ook een rol. Naast dat een eventueel ingesteld streefpeil invloed heeft op de grondwaterstanden kan het oppervlaktewatersysteem ook informatie geven over kwel, droogte, waterafvoer e.d. Een voorbeeld is weergegeven in onderstaand dwarsprofiel vanuit DINOloket. Hierin is te zien hoe de Waal insnijdt in het eerste watervoerend pakket. Wanneer een planlocatie nabij een grote rivier ligt, is er kans op overlast door kwel en/of opbarsten.

Figuur 5: Dwarsprofiel ondergrond (Waardenburg-Zaltbommel). Bron: DINOloket, model GeoTOP v1.6

Ondergrond
In Nederland zijn veel bronnen beschikbaar waaruit de ondergrond kan worden gelezen. Een nuttige bron om WBS inzichtelijk te maken is de Basiskaart Natuurlijk Systeem. Informatie m.b.t. bodem, water, ondergrond en reliëf zijn weergegeven in deze kaart en geven een goed beeld van de lokale en regionale ondergrondse situatie.

Een onderzoek naar bodem sturend zonder de bodemopbouw inzichtelijk te maken, is natuurlijk niet mogelijk. Er onderscheiden hierin het raadplegen van de bodemopbouw en het raadplegen van boorprofielen vanuit DINOloket. Nog beter is natuurlijk het uitvoeren van geohydrologische boringen binnen het gebied, maar dat is in een vroeg stadium niet altijd mogelijk.

Grondwaterhuishouding
In de Basiskaart Natuurlijk Systeem staat informatie m.b.t. het grondwater, maar het is goed om ook locatiespecifieke informatie te raadplegen. Lokale informatie is vaak betrouwbaarder en geeft ook informatie die niet in een landelijke kaart opgenomen is. Dit kan door peilbuizen te raadplegen in bijvoorbeeld BROloket. Goede vragen om daarbij te stellen zijn: Hoe diep ligt het grondwater, wat is de fluctuatie en wat betekent dit voor eventuele ontwikkelingen?

Draagkracht ondergrond
Een zeer actueel onderwerp is (schade als gevolg van) verzakkingen. Dit soort zaken zijn vooraf inzichtelijk te maken door inzicht in de ondergrond (zie figuur 6).

Figuur 6: Dwarsprofiel bodemopbouw Almere Oost

2.    Toolbox water en bodem sturend bouwen (hoe)

Het onderzoek om te kijken in hoeverre een locatie kwetsbaar is, is waardevol. Maar in Nederland hebben we allerlei technische middelen beschikbaar om ook op de meest kwetsbare locaties te bouwen. Zoals al eerder beargumenteerd moeten technische middelen bijdragen aan water en bodem sturend. De middelen kunnen niet functioneren als een losstaand iets zonder samenhang met de omgeving.

Graag introduceren we de term: ‘water en bodemadaptief bouwen’. Om aan dit mooie principe te voldoen, roepen we een toolbox tot leven. In deze paragraaf vullen we deze toolbox met een aantal gereedschappen/principes waarmee we water en bodemadaptief kunnen bouwen. Dit zijn niet allemaal nieuwe methoden, maar toch is het goed om deze te benoemen en samen te voegen in een ‘toolbox’. Daarnaast is veel kennis en informatie versnipperd. Daarom hierbij ook de oproep om beschikbare kennis te delen, zodat de toolbox steeds verder gevuld wordt.

Grondwaterneutraal bouwen
In ons land is de ruimte schaars, daarom bouwen we steeds meer ondergronds. Ondergrondse objecten hebben impact op de grondwaterhuishouding. Een object fungeert als obstakel, waardoor de grondwaterstroming wordt geblokkeerd en er overlast (of onderlast) kan ontstaan. We pleiten voor het grondwaterneutraal bouwen van ondergrondse objecten. Dit kan bijvoorbeeld door het aanleggen van drainage rondom het object.

Kruipruimteloos bouwen
De kruipruimte heeft vanuit het verleden de functie als buffer tussen de vloer en ondergrond. Het belangrijkste doel van de kruipruimte was ventilatie om te voorkomen dat de (veelal) houten vloer ging rotten. Tegenwoordig bouwen we veel met betonnen vloeren en is de functie van de kruipruimte als buffer niet noodzakelijk. De kruipruimte kan dus ook weggelaten worden. Dit heeft als voordeel dat minder ontwatering (afstand vloer en grondwaterniveau) nodig is, en dat bewoners minder snel wateroverlast ervaren.

Flexibele aansluitingen
In zettingsgevoelige gebieden is het een must om te werken met flexibele aansluitingen. Bijvoorbeeld van een huis naar het riool. Als een rioolbuis verzakt en er zijn traditionele aansluitingen gemaakt kunnen deze breken; een ongewenste situatie. Flexibele aansluitingen zijn eenvoudig te realiseren en zorgen dat bepaalde delen kunnen meebewegen met zakkingen. Deze aansluitingen zijn nodig op de overgang tussen panden en infrastructuur.

Peilgestuurde drainage
Drainage heeft vaak de bekendheid dat het voor grondwaterstandsverlaging zorgt. Dit is echter traditioneel gedacht, inmiddels wordt drainage vaak ook op andere manieren toegepast, bijvoorbeeld als peilgestuurde drainage. Het drainagesysteem wordt diep aangelegd, door het opzetstuk wordt voorkomen dat het systeem de ondergrond droog trekt. Op deze manier is de grondwaterhuishouding te reguleren en kan dit ook worden aangepast bijvoorbeeld door in de zomer hogere grondwaterstanden toe te laten dan in de winter.

Watercompensatie
Watercompensatie is bekend en wordt al jaren gevraagd en toegepast. Toch is bij deze bekende maatregel ook nog iets te winnen. Denk eraan waar wordt gecompenseerd; is dit representatief voor het hele gebied, of wordt een deel van het gebied alsnog droger?

Tijdelijke woningen
Tijdelijke woningen realiseren kan zinvol zijn als de risico’s nog niet precies inzichtelijk zijn, of als een specifieke periode ergens gewoond kan worden, maar in de toekomst andere plannen zijn. Bijkomend voordeel van tijdelijk wonen is dat het een heel circulair gedachtegoed is: de woningen worden geplaatst en kunnen na bijvoorbeeld 15 jaar verplaatst worden naar een andere locatie. Een ander voordeel is dat er bij tijdelijke woningen minder wetgeving is.

Conclusie
Er zijn nog veel meer zaken die kunnen worden toegevoegd aan de toolbox. Het is goed om daarover in gesprek te gaan met elkaar en zo elkaar te helpen om meer WBS te ontwikkelen.

Het streven bij water en bodem sturend is het streven om ingrepen te verweven met de natuurlijke bodem- en waterprocessen. Een prothese moet meerwaarde hebben en de rest van het lichaam versterken, zo moet WBS het natuurlijke systeem versterken.

WBS is zowel voor ontwikkelaars als voor overheden relevant. Rol van overheden is vooral initiatief nemen, zodat duidelijk is waar eventuele risico’s aanwezig zijn. Daarnaast moeten overheden ontwikkelaars ook faciliteren en kaders stellen. Voor ontwikkelaars ligt de mooie taak om breder dan hun ontwikkeling te kijken en WBS een plaats te geven in hun ontwikkeling.

Lees hier artikel 1 over het ontstaan van water en bodem sturend.

Tjeerd van Spronsen

Meer weten over water en bodem sturend? Tjeerd vertelt je er graag over.

Stuur een mailtje

Bel 06-57722513